In de tekst van Prof. Verhaeghe, gaat het over mensen die
geen erkenning krijgen van anderen. Hierdoor wordt hun zelfrespect aangetast.
Deze mensen vragen zich dan ook af, wie hen eigenlijk nog nodig heeft. Zelf heb
ik hier geen ervaring mee, maar ik heb wel het filmpje en de tekst van 50+ en
afgeschreven bekeken.
Hierin vertellen twee 50+’ers, Wiesje Bertels en Freddy De
Bosscher, over hoe moeilijk het is om nog werk te vinden. Ze voelen zich
afgeschreven en hun zelfvertrouwen daalt.
Freddy De Bosscher zegt letterlijk: “Ik sta bij het groot
huisvuil: voor de maatschappij ben ik niks meer waard. Ik ben veroordeeld om
tot mijn 65ste te doppen.” Hij heeft dan ook al 200 sollicitaties
achter de rug, zonder succes.
Ze willen best trouwe werknemers zijn, maar merken dat ze
niet graag gezien zijn op de arbeidsmarkt. Dit komt door het verkeerde beeld
dat de werknemers hebben van 50+. “Iemand van 54 die nu nog werk zoekt is niet op zoek naar een
brugpensioen. Anders kan ik nu wel thuis blijven. Ik wil echt wel werken”, zegt
Wiesje.
Freddy zegt dat de werknemers vinden dat 50+’ers te duur
zijn, doordat ze al werkervaring en kwalificaties hebben.
Jan Denys, een arbeidsmarktsdeskundige, zegt dat het grote
probleem loonpolitiek is. Dit zorgt ervoor dat 50+’ers soms dubbel zo duur zijn
als 20-jarigen. Maar de 50+’ers presteren niet dubbel zo veel als 20-jarigen.
Hun dagen zijn zeer eentonig.
Het is vooral moeilijk om voor laaggeschoolde 50+’ers terug
werk te vinden. Slechts 3% van deze werklozen, vindt terug werk.
Gelukkig zijn er nog bedrijven die wel rekening houden met
50+’ers. Eén van deze bedrijven is Barco in Kuurne. Ze proberen met kleine
ergonomische aanpassingen (bv. ergonomische bureaustoelen, hun werkplaats kan
afgesteld worden op de juiste hoogte waardoor men zich niet meer zo moet
bukken) het werken voor 50+’ers zo aangenaam mogelijk te maken.
Ik vind het erg dat bedrijven geen rekening houden met 50+’ers.
Er zijn al problemen in onze maatschappij rond vergrijzing en pensioenen. Maar
als oudere mensen werk proberen te zoeken, worden ze nergens aan genomen. Deze
mensen moeten ook een uitkering krijgen, en zo groeit de schuldenberg van de
samenleving weer.
Ik vind dat deze verklaringen goed aansluiten bij wat Prof.
Verhaeghe zegt in zijn tekst.
“Nog veel belangrijker
is de centrale aantasting van het zelfrespect. Dit hangt in grote mate af van
de erkenning die men krijgt van de ander, dit is de les die van Hegel tot Lacan
doorklinkt. Ongeweten verwoordt Sennett hetzelfde wanneer hij in de mond van de
huidige werknemer de volgende vraag legt: “Who needs me?” (1998, p. 146). Voor
steeds meer mensen luidt het antwoord: niemand. Zij maken deel uit van een
groeiende groep menselijk afval. Binnen een maatschappij die voortdurend de
boodschap verkondigt dat iedereen het kan maken als hij zich maar voldoende
inzet, betekent dit dat steeds meer mensen geconfronteerd worden met
vernedering, schuld en schaamte.”
Bronnen: Lezing Paul Verhaeghe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten