zondag 28 oktober 2012

Mens en samenlving - Visie 4: ook het onderwijs speelt een centrale rol in het neoliberalisme


Prof. Verhaeghe heeft het ook over het onderwijs in zijn tekst. Hij vindt dat het onderwijs teveel gericht is op de vaardigheden die de kinderen later nodig hebben in hun beroepsleven.

“De aanvankelijke doelstellingen zijn nobel: laat ons uitgaan van vaardigheden die belangrijk zijn in het beroepsleven, zodat jonge mensen straks alle kansen krijgen om hun eigen weg te banen, los van alle religieuze en ideologische poespas…
…Kennis is het menselijke kapitaal; competenties vormen een kapitaal dat beheerd en ontwikkeld moet worden; leren is een langetermijninvestering…
… jongeren moeten zichzelf beschouwen als een bedrijf, waarbij kennis en vaardigheden in eerste en laatste instantie een economisch belang hebben waarmee zij hun marktwaarde kunnen verhogen…”

Dit citeert Prof. Verhaeghe uit het pedagogisch vacuüm.
Ik vind het erg dat sommige mensen zo over het onderwijs denken. Ik vind dat je op school moet leren wat je graag doet, dat je jezelf leert kennen, en dat je jezelf kan ontplooien tot een goed mens. Als je alle mensen wilt opleiden om het te kunnen maken in het beroepsleven, zullen heel wat mensen afhaken. Dit heeft dan met het volgende citaat van Prof. Verhaeghe te maken.

“De onvermijdelijke keerzijde hiervan is een groeiende groep die zich mislukt voelt, meestal reeds vanaf de leeftijd van 10 jaar. Loser! Is het voornaamste scheldwoord vandaag op de speelkoer van de lagere school. Sommige van die losers komen in opstand, maar het merendeel wordt sociaal angstig, autistiform, depressief, en nagenoeg altijd hyperconsumerend.”

Sommige mensen zijn daar niet geïnteresseerd of zijn niet slim genoeg om het zo ver te schoppen. Maar dat wil niet zeggen dat de maatschappij deze mensen geen kansen moet geven.

“…En vorige week (21 jan 2012) konden we in de krant lezen dat zelfdoding Vlaanderen 600 miljoen euro per jaar kost, en dat dit een ernstige bedreiging voor de economie wordt. Hoe ziek moet een maatschappij zijn om zelfdoding uit te drukken als economische kost? Welke graad van blindheid is er nodig om niet te beseffen dat de zaken omgekeerd liggen: dat men de onleefbaarheid van een louter economisch gestuurde maatschappij kan afmeten aan het aantal drop outs, met zelfdoding als meest definitieve vorm daarvan?”

Ik had hier zelf nooit eerder over nagedacht, maar na het lezen van de tekst van Prof. Verhaeghe, ben ik er mee akkoord. Ik denk nu ook dat vele zelfdodingen te maken hebben met het feit dat ze niet gewaardeerd werden door de maatschappij, of zelfs afgeschreven werden door de maatschappij omdat ze niet de goede opleiding hadden volgen de maatschappij. Ik denk ook dat veel zelfdodingen te maken hebben met het feit dat veel mensen kiezen voor een richting die hen niet interesseert of die ze niet graag doen, maar waar je wel veel mee bent in het beroepsleven. Mensen kunnen zich opgedrongen voelen om zo’n richting te volgen, terwijl het hen niet interesseert. Deze mensen zullen het ook niet kunnen volhouden om heel hun leven die job uit te oefenen, en ik denk dat sommige mensen dan voor zelfmoord zullen kiezen.

Naast de tekst van Prof. Verhaeghe, heb ik ook nog het artikel “Moeten te populaire studies duurder worden?” gelezen. Deze tekst verduidelijkt ook mijn standpunt over het kiezen van de juiste studiekeuze.
Dit artikel gaat over de vraag of populaire studierichtingen in het hoger onderwijs een hoger inschrijvingsgeld moeten krijgen. Ze willen dan het inschrijvingsgeld voor de studierichtingen die belangrijk zijn voor de arbeidsmarkt verlagen of zelfs afschaffen.
Twee personen geven hun visie, de ene is er mee akkoord, de andere niet.
Ik ben hier ook niet mee akkoord. Als je voor bepaalde studierichtingen het inschrijvingsgeld te hoog maakt, zullen er bijna geen studenten deze richting volgen. Deze beroepen zullen dan een tekort aan aanbod krijgen. Maar als je het inschrijvingsgeld voor bepaalde studierichtingen verlaagt, zullen veel mensen zich inschrijven en zal er een tegroot aanbod zijn van dit beroep.
Ook zullen mensen die het zich niet kunnen permitteren om de richting te volgen die ze willen doen, voor een andere richting kiezen die ze minder graag doen, of zullen ze onmiddellijk aan het werk gaan. Ik vind dat niet goed, mensen moeten kunnen kiezen wat ze doen, ze moeten kiezen voor wat ze graag doen en niet voor wat het minste geld kost. Mensen die een verkeerde keuze maken zullen geen plezier kunnen vinden aan hun richting en later ook niet in hun job.
Mijn mening sluit aan bij wat er in het artikel gezegd wordt.

“…Een jongere heeft de grootste kans op succes als hij kiest op basis van zijn persoonlijke interesse en motivatie.”

Mens en samenleving - Visie 3: het neoliberalisme is ronduit gevaarlijk op psychologisch vlak


In de tekst van Prof. Verhaeghe, gaat het over mensen die geen erkenning krijgen van anderen. Hierdoor wordt hun zelfrespect aangetast. Deze mensen vragen zich dan ook af, wie hen eigenlijk nog nodig heeft. Zelf heb ik hier geen ervaring mee, maar ik heb wel het filmpje en de tekst van 50+ en afgeschreven bekeken.

Hierin vertellen twee 50+’ers, Wiesje Bertels en Freddy De Bosscher, over hoe moeilijk het is om nog werk te vinden. Ze voelen zich afgeschreven en hun zelfvertrouwen daalt.
Freddy De Bosscher zegt letterlijk: “Ik sta bij het groot huisvuil: voor de maatschappij ben ik niks meer waard. Ik ben veroordeeld om tot mijn 65ste te doppen.” Hij heeft dan ook al 200 sollicitaties achter de rug, zonder succes.
Ze willen best trouwe werknemers zijn, maar merken dat ze niet graag gezien zijn op de arbeidsmarkt. Dit komt door het verkeerde beeld dat de werknemers hebben van 50+. “Iemand van 54 die nu  nog werk zoekt is niet op zoek naar een brugpensioen. Anders kan ik nu wel thuis blijven. Ik wil echt wel werken”, zegt Wiesje.
Freddy zegt dat de werknemers vinden dat 50+’ers te duur zijn, doordat ze al werkervaring en kwalificaties hebben.
Jan Denys, een arbeidsmarktsdeskundige, zegt dat het grote probleem loonpolitiek is. Dit zorgt ervoor dat 50+’ers soms dubbel zo duur zijn als 20-jarigen. Maar de 50+’ers presteren niet dubbel zo veel als 20-jarigen.
Hun dagen zijn zeer eentonig.
Het is vooral moeilijk om voor laaggeschoolde 50+’ers terug werk te vinden. Slechts 3% van deze werklozen, vindt terug werk.
Gelukkig zijn er nog bedrijven die wel rekening houden met 50+’ers. Eén van deze bedrijven is Barco in Kuurne. Ze proberen met kleine ergonomische aanpassingen (bv. ergonomische bureaustoelen, hun werkplaats kan afgesteld worden op de juiste hoogte waardoor men zich niet meer zo moet bukken) het werken voor 50+’ers zo aangenaam mogelijk te maken.
Ik vind het erg dat bedrijven geen rekening houden met 50+’ers. Er zijn al problemen in onze maatschappij rond vergrijzing en pensioenen. Maar als oudere mensen werk proberen te zoeken, worden ze nergens aan genomen. Deze mensen moeten ook een uitkering krijgen, en zo groeit de schuldenberg van de samenleving weer.
Ik vind dat deze verklaringen goed aansluiten bij wat Prof. Verhaeghe zegt in zijn tekst.

“Nog veel belangrijker is de centrale aantasting van het zelfrespect. Dit hangt in grote mate af van de erkenning die men krijgt van de ander, dit is de les die van Hegel tot Lacan doorklinkt. Ongeweten verwoordt Sennett hetzelfde wanneer hij in de mond van de huidige werknemer de volgende vraag legt: “Who needs me?” (1998, p. 146). Voor steeds meer mensen luidt het antwoord: niemand. Zij maken deel uit van een groeiende groep menselijk afval. Binnen een maatschappij die voortdurend de boodschap verkondigt dat iedereen het kan maken als hij zich maar voldoende inzet, betekent dit dat steeds meer mensen geconfronteerd worden met vernedering, schuld en schaamte.”


Mens en samenleving - Visie 2: het neoliberalisme als ramp maatschappelijk vlak


“…Het neoliberalisme als ramp op maatschappelijk vak. Dit is wetenschappelijk zeer overtuigend aangetoond. Op dertig jaar tijd zijn de inkomensverschillen in bijvoorbeeld Groot-Brittannië spectaculair gestegen, zo spectaculair dat de middenklasse ginder aan het verdwijnen is…”

Ik heb hierover een Nederlands artikel gelezen dat hetzelfde aantoont.
In Nederlands groeit het inkomen van de grootverdieners twee keer zo snel als dat van de gewone, hardwerkende Nederlander.

“…Sociologisch onderzoek van Wilkinson en Pickett toont aan dat er een perfecte correlatie bestaat tussen de omvang van inkomensverschillen enerzijds en zo ongeveer alle belangrijke gezondheidsparameters anderzijds…”

Ik ga hier ook mee akkoord. Ik geloof wel dat je gezondheid te maken heeft met je inkomen. Als je niet veel verdient en moeite hebt om rond te komen, zal je niet zo snel naar de dokter gaan als je ziek bent. Je zal ook in een minder goed huis wonen, geen verwarming kunnen gebruiken in de winter, geen drie maaltijden op een dag kunnen eten,… Deze mensen worden automatisch ook rapper ziek, niet alleen fysiek, maar ook mentaal.

Bronnen: Lezing Paul Verhaeghe

http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/1951892/2010/05/07/Cohen-inkomensverschillen-te-groot-geworden.dhtml?redirected

Mens en samenleving - Visie 1: Het is een mislukking op economisch vlak

“Een eengemaakte vrije markt zou ons beter producten en diensten aanbieden die nog goedkoper zouden zijn ook. De realiteit is exact het omgekeerde. Als economisch model is dit een totale mislukking, en nogal wat onderzoek toont aan dat een meer egalitaire gerichte economie zowel productiever als efficiënter is.”

Ik ga hier volledig mee akkoord. Dankzij de vrije markt kunnen we gemakkelijk goederen importeren en exporteren. Maar heeft dit goederen goedkoper gemaakt? Integendeel. Alles wordt elke dag duurder, terwijl de lonen niet naar omhoog gaan. Veel mensen zullen hierdoor in geldproblemen geraken. Want als alles duurder wordt, maar als je loon niet evenwaardig stijgt, zal je niet meer rondkomen.

maandag 22 oktober 2012

Mens en samenleving - Onze samenleving

Voor de les van maandag 8 oktober moesten we 5 foto’s meebrengen. Op die foto’s moest afgebeeld staan hoe wij over de maatschappij denken, hoe wij de maatschappij van vandaag zien. We werden dan verdeeld in groepjes van 4 personen. We moesten onze foto’s samenleggen, en de 5 beste foto’s eruit halen. Met deze foto’s moesten we een collage maken en verwoorden wat onze foto’s wilden zeggen.

Ook hebben we gebrainstormd. We moesten allemaal eens nagaan hoe wij over de maatschappij denken en dit in één woord omschrijven. Van deze woorden heb ik een ‘word cloud’ gemaakt. Deze 'word cloud' zie je hieronder.

Mijn 'word cloud' over onze samenleving

Ik zal nu de woorden die voor mij het belangrijkste zijn uitleggen.
De dag van vandaag staan er heel veel mensen in de file naar of op de terugwerk van hun werk. Ondanks het promoten van het openbaar vervoer wordt er nog heel veel gebruik gemaakt van de auto. Dit komt volgens mij omdat er niet voor iedereen een goede aansluiting is naar of van het werk. Er wordt ook nog te weinig gebruik gemaakt van carpooling. 
Nog een belangrijk woord is internet. Het internet is ondenkbaar geworden in onze maatschappij. De dag van vandaag heeft (bijna) iedereen een internetaansluiting en een pc. Dit maakt het voor ons makkelijker. Zo moeten we ons niet altijd meer verplaatsen. We kunnen bijvoorbeeld kledij online bestellen en dat thuis laten afleveren. We kunnen ook de krant online lezen, wat dan weer papier is uitgespaard. Ook voor scholen is dit een handig middel. Op de Katho gebruiken we Toledo, dit is een werkplatvorm waar de leerkrachten hun taken, mededelingen, … op plaatsen. Zo worden die niet meer afgeprint en kunnen we die raadplegen waar we ook zijn (als er internetaansluiting is natuurlijk). Ook is het internet een grote bron van communicatie, denk maar aan Facebook, Twitter, Hotmail, … Deze communicatie- middelen hebben hun voor- maar natuurlijk ook hun nadelen. Een voordeel is dat je zo makkelijker contact houdt met bijvoorbeeld je vrienden van in het middelbaar. Het nadeel is dan weer dat je minder uit je huis komt en dus minder contact hebt.
Zo dit is zowat mijn visie op onze maatschappij. 
Als je hier nog iets aan toe wil voegen, of bedenkingen bij hebt, mag je gerust reageren.